Op een veiling kocht ik eens een serveerwagentje. Op zich vond ik het een ongelooflijk kitsch-ding.
Kersen of mahoniehout. Krullen. Laatjes. Glasplaten. Bling bling. Maar het leek
me ook een heel praktisch ding. Voor in de keuken. Naast mijn AGA-cooker,
kolengestookt. Dus altijd brandend. Zomer en winter. Kruiden in potten,
olijfolie, azijn en meer van die ingrediënten die een vast onderdeel zijn van
de gerechten die ik maak hebben er een vaste plaats. Nou is poetsen niet mijn
grootste hobby. Maar omdat schrijven maar niet op gang wilde komen forceerde ik
mezelf tot het leegruimen van het serveerwagentje. En er zit een laatje in dat
ik nooit gebruik. Ik trek het open om te zien of er iets in zit. Meteen ben ik
vijf jaar terug in de tijd. En ik beleef een ontroerend moment.
De emotie is overweldigend. Onlangs leende ik uit de bieb ‘Schitterende
wereld’ van Mel Hartman. Ze haalt Rupert Sheldrake aan. Sheldrake, een Engelse
wetenschapper en filosoof, werd in het TV-programma ‘Een schitterend ongeluk’ geïnterviewd door Wim Kayzer. Kayzer vroeg Sheldrake waar onze herinneringen worden
opgeslagen. Sheldrake antwoordde dat herinneringen niet worden opgeslagen in
een plaats, niet in de hersenen. ‘We verplaatsen ons door de tijd.’ , zei hij. ‘Herinneringen
zijn een vorm van tijdreizen. Als we ons op ons geheugen afstemmen, dan doen we
dat door een zekere verplaatsing is in de tijd, naar het verleden.’
Terug naar de emotie op het moment dat ik het laatje van het
serveerwagentje open trek en zie wat erin ligt. Een stoffertje. Zonder blik. Een
kitscherig gekleurd vegertje. Lolly-rose-blauw-groen-geel. In de tijd dat ik af
en toe op mijn kleinzoon paste, hij was toen drie jaar, was dat laatje de
bergplaats voor dingetjes waarmee hij me hielp met ‘poetsen’. Als hij het huis binnen kwam was het eerste
dat hij deed dat laatje open trekken. Waarschijnlijk om te kijken of wat erin
zat toen hij wegging er nog steeds inlag.
Nu ik dit schrijf ontwikkelt zich in mijn hoofd als het ware
een achtbaan. Beelden, filmpjes, emoties tollen door elkaar. Waarom? De tijdreis
naar het verleden projecteer ik in het nu. Niet de situatie op zich: dat wat
zich afspeelt in het hoofd van een driejarig ventje en waarnaar hij handelt. Want
wat zich in dat koppie afspeelt is ……. ‘ligt alles nog in het laatje van het
serveerwagentje bij oma zodat als oma gaat poetsen ik oma weer kan helpen!!!’ Dit
kan hij zo niet verwoorden, stormt op het serveerwagentje af en is
gerustgesteld als hij ontdekt dat alles
is zoals hij het de laatste keer had achtergelaten.
Het projecteren van de tijdreis naar het nu heeft alles te
maken met mijn werk. Door het werken met mensen met een afasie, sommigen heel
ernstig, anderen minder ernstig, probeer ik me te verplaatsen in hun ‘hoofd’. ‘Wat
speelt zich af in dat hoofd?!’ wanneer er een beschadiging is in de linker
hersenhelft en de rechter hersenhelft gezond functioneert zijn er nog die
beelden, filmpjes, emoties. Kan de persoon de reis in de tijd maken, waar-naar-toe
die maar gaat. Zeggen: ‘Weet je nog ….. ? ‘, zal niet lukken. Die communicatie,
die verbale, die is in meerdere of mindere mate verstoord. Is die communicatie,
die verbale, te herstellen? Dat is mijn werk. Het besef dat 93% van de
communicatie non-verbaal is, zonder woorden, doet me beseffen dat ik veel van
de persoon dien te ‘weten’ welke verbale communicatie voor deze persoon
relevant is. Die ‘7%’ is aan mij om uit te zoeken. Dat kan ik niet alleen. Daar
krijg ik de hulp bij van op de eerste plaats het universum. En dichter bij de
persoon: de partner, de kinderen, fotoos, de leefomgeving. En het vertrouwen
dat alles aan verandering onderhevig is. Leven in het nu.
Ik laat het vegertje liggen. Deze reis wil ik nog wel een
keer maken.
Iedereen voor 2014 de allerbeste wensen. Dat het beroep van
logopedist zich inhoudelijk mag verdiepen. Er is nog een lange reis te gaan.
Marianne van der Heijden
Gendt
Gendt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten